Hieronder een paar eenvoudige maar zeer belangrijke regels
Die iedereen die zich op het water bevindt zou moeten kennen èn naleven.
Belangrijkste regels:
Verander niet plotseling van koers.
Zorg dat u rondom goed zicht heeft en kijk regelmatig achterom.
Voer tijdig de juiste navigatieverlichting.
Anker niet bij bruggen, sluizen, werkschepen met uitstaande ankers
en in het midden van een vaarwater.
Voorkom laveren op drukke vaarroutes en houd het midden vrij voor grote schepen.
Blijf uit de buurt van visnetten.
Deze worden meestal gemarkeerd door zwarte of gele vlaggetjes,
of door een bord met een groen/ witte ruit,
waarbij de groene kant de veilige passeerzijde aanduidt.
Bewaar de rust in de natuur- en woongebieden.
Beperk het overmatig geluid van radio en overige muziekinstallaties.
Bezorg uw omgeving geen overlast.
Zwemmen in de vaargeul, bij bruggen, sluizen en wachtplaatsen is niet toegestaan.
Voor het besturen van snelle motorboten is een vaarbewijs verplicht.
Dit zijn alle boten die sneller kunnen varen dan 20 km/u.
De vaarbewijsplicht geldt ook voor niet-snelvarende boten die langer zijn dan 15 meter.
Vaar alcoholvrij.
De wettelijke grens op het water ligt op 0,5 promille.
Er wordt gecontroleerd, de boetes zijn hoog!
Wie heeft voorrang?
Kleine schepen (korter dan 20 meter) moeten voorrang verlenen aan grote schepen,
passagiersschepen, veerponten en sleepboten.
Een klein schip mag bij het vertrekken medewerking vragen van een ander klein schip.
Schepen die een met boeien afgebakende geul of een hoofdgeul binnenvaren,
moeten voorrang verlenen aan een schip dat in dat hoofdvaarwater rechts vaart.